Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY6243

Datum uitspraak2006-07-12
Datum gepubliceerd2006-08-15
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers253637/HAZA 06-143
Statusgepubliceerd


Indicatie

nietigverklaring inleidende dagvaarding.


Uitspraak

R E C H T B A N K R O T T E R D A M sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 253637/HAZA 06-143 Uitspraak: 12 juli 2006 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: [Opposante], wonende te [woonplaats], opposante, procureur mr L. Vos, advocaat mr. P.A. de Lange, - tegen - [geopposeerde], wonende te [woonplaats], geopposeerde, procureur en advocaat mr N.A. de Graaff. Partijen worden hierna aangeduid als [opposante], respectievelijk [geopposeerde]. 1. Het verloop van het geding De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende stukken: - inleidende dagvaarding d.d. 11 maart 2005 en de conclusie van eis; - door deze rechtbank op 20 april 2005 onder rolnummer 235465/HAZA 05-928 bij verstek gewezen vonnis, alsmede rectificatie d.d. 27 juli 2005; - verzetdagvaarding d.d. 8 november 2005; - conclusie van eis in oppositie; - proces-verbaal van de op 12 april 2006 gehouden comparitie van partijen. 2. De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast: De inleidende dagvaarding is op 11 maart 2005 uitgebracht aan de [straat, huisnummer en gemeente] en aldaar in een gesloten envelop achtergelaten omdat niemand werd aangetroffen. Deze woning was reeds in januari 2005 verkocht en [opposante] was er in maart 2005 niet meer woonachtig. De procureur van [geopposeerde] had geen uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie betreffende [opposante] opgevraagd. 3. Het vonnis waartegen verzet De rechtbank heeft bij voornoemd vonnis van 20 april 2005 en het daarop gevolgde rectificatie-vonnis d.d. 27 juli 2005 [opposante] overeenkomstig de eis veroordeeld tot het laten taxeren van eerdergenoemde woning. 4. Het verweer De eis in oppositie strekt primair tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding, alsmede tot veroordeling van [geopposeerde] in de kosten van het verzet, een bedrag aan kosten voor procureurstelling daaronder begrepen. 5. De beoordeling 5.1 De inleidende dagvaarding is aan een onjuist adres uitgebracht. 5.2 Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden vernietigd. De inleidende dagvaarding zal alsnog nietig worden verklaard. [Geopposeerde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verstekprocedure en de verzetprocedure worden veroordeeld. 6. De beslissing De rechtbank, in oppositie, verklaart [opposante] ontvankelijk in haar verzet; vernietigt het verstekvonnis van deze rechtbank d.d. 20 april 2005 alsmede het daarop gevolgde rectificatie-vonnis d.d. 27 juli 2005; en opnieuw rechtdoende: verklaart de inleidende dagvaarding d.d. 11 maart 2005 nietig; veroordeelt [geopposeerde] in de kosten van de verstekprocedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [opposante] begroot op € 658,60, en in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van [opposante] behoudens na te melden kosten tot op heden begroot op € 1097,60, waarvan € 244,00 aan griffierrecht en op € 85,60 aan overige verschotten en € 768,00 aan salaris voor de procureur; verklaart dit vonnis voorzover het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. De Pauw Gerlings-Döhrn. Uitgesproken ter openbare terechtzitting.